Blog·Freubelpraat

Blog: de fair isle deken zonder eind

En opeens heb je het: je gaat een deken in meerdere kleuren breien. Je hebt geen idee hoe het heet en je hebt geen idee hoe het moet maar één ding weet je wel: je hebt zojuist een complete alpacaboerderij aan wol gekocht omdat het er zo mooi uitziet. En hoe leuk zijn die wikkels? Die kan je toch niet laten liggen? Ik niet, in ieder geval. Ik koos voor Drops alpaca mix in de kleuren lichtgrijs, medium grey en antraciet, een garen van 100% alpacawol. Voor het spinnen zijn de wol vezels onbehandeld waardoor de natuurlijke eigenschappen van het garen zichtbaar blijven. Gecombineerd met het gemêleerde effect door verschillende kleuren te mixen bij het spinnen heeft de wol een stoere, natuurlijke uitstraling. Tegelijkertijd is het garen heerlijk zacht en ondanks dat het heel licht aanvoelt, is het heerlijk warm. Ideaal dus voor een grote deken om onder weg te kruipen tijdens de koude winterdagen.

En zo gebeurde het dat ik mijn eerste fair isle deken ging breien. En dat is nog een hele kunst! Tot nu toe had ik me altijd beperkt tot breiwerken in één kleur, lekker rechttoe, rechtaan met her en der misschien eens een andere steek of een kabel en dat vond ik al heel knap van mezelf. Maar met verschillende bollen wol en een rondbreinaald was in eerste instantie toch wel een heel gepuzzel. Wat hoe zorg je ervoor dat het werk straks niet uit elkaar valt of dat het straks enkel uit hobbels en bobbels bestaat?

Allereerst ben ik aan het oefenen gegaan met simpel acrylgaren op pen 5 en tal van voorbeeldfilmpjes. Vooral dit filmpje van Dol-op-wol heb ik veel aan gehad. En dan? Wat ga ik eigenlijk maken? Vele kleuranalyses en speurtochten verder had ik het perfect patroon nog niet gevonden, tot ik op een afbeelding stuitte die me erg aansprak. Het patroon bestond echter uit een enkele border en ik wilde graag de hele deken bont maken dus besloot ik om hier zelf mee te gaan puzzelen. Hiervoor heb ik Excel gebruikt om zo het patroon mooi overzichtelijk te krijgen. Uiteindelijk was dit het resultaat en kon ik aan de slag.

Na velen bollen wol die door de kamer vlogen en gevallen steken, had ik de slag te pakken en heb ik al heel wat weken versleten met dit breiwerk in mijn handen. Inmiddels heb ik bijna 7 van de 12 banen gebreid en merk ik dat het steeds makkelijker gaat. Het is niet een superstrak werk en ik ga ervanuit dat ik er uiteindelijk met opspannen nog wel wat hobbels en kreukels kan uitkrijgen. Het meest spannende vind ik nog om het werk uiteindelijk door te knippen. Wat?! Ja, dat lees je goed. Fair isle breien doe je op een rondbreinaald waarbij je in je werk een knipbies van 5 tot 10 steken breit. Als het werk klaar is dan stik je deze bies af met 2 naden waarna je het werk tussen deze naden openknipt tot een grote lap. Door deze techniek kan je dus je complete werk in rechte steken breien. Het risico is echter wel dat ik straks jarenlang breien in de prullenbak kan gooien maar wie dan leeft, wie dan zorgt. Op de foto hieronder loopt de knipbies verticaal door het midden van de foto.

Ondanks dat ik toch wel met veel plezier aan deze deken werk, kijk ik uit naar het magische moment waarop ik hem heb doorgeknipt en voor het eerst in volle glorie kan aanschouwen. Tot die tijd zal ik het moeten doen met hoe het eruitziet op de rondbreinaald. Ik hoop dat ik binnenkort weer met een nieuwe update kan komen van de deken.

Mocht je nu nieuwsgierig zijn geworden en meer willen weten over de oorsprong van fair isle breien, dan is dit artikel van Handwerkwereld wellicht leuk om te lezen. Hierin wordt verteld hoe de techniek is ontstaan en waar het zijn naam aan te danken heeft. Ook voor de mooie foto’s is het de moeite waard om een kijkje te nemen.

Plaats een reactie